Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [28]Tast Mijn [29]gezalfden niet aan, en doet Mijn profeten geen kwaad. 28. Welverstaande niet ten kwade, dat is, kwetst mijne gezalfden niet. 29. Dat is, mijn profeten, gelijk straks volgt. Want de profeten waren begaafd met de zalving des Heiligen Geestes; gelijk God ook belast heeft Elisa uiterlijk te zalven. En hier worden vooreerst verstaan Abraham, Izak en Jakob, die profeten mogen genoemd worden, omdat zich de Heere hun heeft geopenbaard en aangesproken, opdat zij ook anderen van den wil Gods zouden onderrichten. Gen.20:7 wordt Abraham een profeet genoemd; van Izak, zie Gen.27:4,28,29,39,40, en van Jakob, Gen.49:. Wat de zalving des Heiligen Geestes aangaat, dan kan ook van alle uitverkorenen en gelovigen verstaan worden, die de zalving des Heiligen Geestes ontvangen hebben, 1 Joh.2:27.